Home > > Huren HomeHome    PrintPrint    SitemapSitemap    ContactContact

Onroerend goed huren

Huurcontract voor een hoofdverblijfplaats

De huurwet beschermt de huurcontracten voor een woning die de huurder als hoofdverblijfplaats gebruikt. Een dergelijk huurcontract moet verplicht schriftelijk opgesteld worden. Wat de duur van zo’n huurcontract betreft, bestaan er vier mogelijkheden: de huur van 9 jaar, de huur van korte duur, de huur van lange duur en de levenslange huur.

De huurwet beschermt de huurcontracten voor een woning die de huurder als hoofdverblijfplaats gebruikt. Een dergelijk huurcontract moet verplicht schriftelijk opgesteld worden. Wat de duur van zo’n huurcontract betreft, bestaan er vier mogelijkheden: de huur van 9 jaar, de huur van korte duur, de huur van lange duur en de levenslange huur.

Huur van 9 jaar

Dit contract duurt 9 jaar. Het eindigt aan het einde van deze periode op voorwaarde dat de huurder of de verhuurder ten minste 6 maanden voor het verstrijken van deze termijn het contract opzegt. Als geen van beide partijen het contract opzegt, loopt het onder dezelfde voorwaarden door, maar telkens voor een periode van 3 jaar. Beide partijen hebben dan het recht om het verlengde contract na elke periode van 3 jaar zonder opgave van reden of schadevergoeding op te zeggen met een opzegtermijn van 6 maanden.

Ook tijdens de periode van 9 jaar heeft de verhuurder in volgende gevallen het recht het contract op te zeggen met een opzegtermijn van 6 maanden:

  • Als hij de woning zelf wil bewonen of wil laten bewonen door een familielid.
  • Als hij belangrijke verbouwingswerken wil uitvoeren, wat echter uitsluitend kan aan het eind van elke periode van 3 jaar.

Dit kan zonder motief en tegen betaling van een schadevergoeding die gelijk is aan 9 maanden huur aan het eind van de eerste periode van 3 jaar en aan 6 maanden huur aan het eind van de tweede periode van 3 jaar.

De huurder kan het contract beëindigen met een opzegtermijn van 3 maanden. Hij moet alleen in de loop van de eerste 3 jaar een schadevergoeding betalen. Tijdens het eerste jaar is deze schadevergoeding gelijk aan 3 maanden huur. Tijdens het tweede jaar is dat 2 maanden huur en tijdens het derde jaar 1 maand huur. Wanneer de verhuurder de huur opzegt, kan de huurder overgaan tot een verkorte opzeg van een maand, zonder daarvoor schadevergoeding te moeten betalen.

Indien het huurcontract niet wordt geregistreerd binnen de wettelijke termijn van 2 maanden, kan de huurder het huurcontract opzeggen zonder een opzeggingstermijn in acht te nemen en zonder een vergoeding te betalen.

Als de overeengekomen huur een duurtijd heeft tussen 3 en 9 jaar, gelden dezelfde regels omdat het wettelijk om een huurtermijn van 9 jaar gaat.

Huur van korte duur (3 jaar of minder)

Een huurcontract van korte duur dient u schriftelijk aan te gaan voor een periode van 3 jaar of minder en eindigt op het einde van deze periode. De huurder of verhuurder moet het contract 3 maanden voor einddatum beëindigen. Geen van beide partijen mag het contract eerder beëindigen, behalve wanneer zij dat in het huurcontract overeenkomen. U kunt het contract maar één keer verlengen tegen dezelfde voorwaarden en niet langer dan voor 3 jaar. Als u na de overeengekomen datum in de woning blijft wonen, gaat het huurcontract over in een huur van 9 jaar, te tellen vanaf het begin van het contract.

Huur van lange duur

U kunt een huurcontract sluiten voor langer dan 9 jaar. Het eindigt op het einde van de overeengekomen periode, maar dan moet een van beide partijen het wel opzeggen 6 maanden voor de vervaldatum. Indien geen van beide partijen het contract opzegt, loopt het gedurende 3 jaar door. Voor dit soort huurcontracten gelden dezelfde bepalingen als voor de huur van 9 jaar.

Levenslange huur

U kunt tenslotte schriftelijk een levenslang huurcontract sluiten. Alleen de huurder kan dit contract op ieder moment met een opzegtermijn van 3 maanden opzeggen.

Verlenging

In alle types van huurcontracten kunt u als huurder een verlenging vragen wegens uitzonderlijke omstandigheden. Als de verhuurder hier niet mee akkoord gaat, beslist de rechter.

Registratie van een huurcontract

Het huurcontract, dat schriftelijk opgesteld moet worden, wordt verplicht door de verhuurder geregistreerd. Hierdoor bent u bij een geschil beter beschermd tegenover derden. De verhuurder moet dit doen binnen twee maanden na de ondertekening op het registratiekantoor dat bevoegd is voor de gemeente waar het verhuurde goed gelegen is.

Indexering en herziening van de huurprijs

De indexering is een jaarlijkse aanpassing van de huurprijs aan de levensduur op de verjaardag van de huurovereenkomst. Voor huurovereenkomsten die onder de wet van 20 februari 1991 op de huurprijzen voor hoofdverblijfplaatsen vallen, is die indexering ook verschuldigd wanneer ze niet in het contract is vermeld. Voor huurovereenkomsten die niet onder deze wet vallen, mag de verhuurder de huurprijs alleen indexeren als dat uitdrukkelijk in het contract is vastgelegd.

Voorwaarden en periodiciteit

Om een huurovereenkomst die onder de wet van 20 februari 1991 valt te indexeren, moeten er twee voorwaarden vervuld zijn:

  • er moet een schriftelijk huurcontract zijn
  • indexering mag in het huurcontract niet uitgesloten zijn

De jaarlijkse indexering op de verjaardag van het huurcontract gebeurt niet automatisch: de verhuurder moet het schriftelijk melden. Deze indexering heeft geen terugwerkende kracht, behalve voor de 3 maanden die aan de schriftelijke melding van de indexering voorafgaan. Deze maatregel beschermt u als huurder.

Als u als huurder de indexering weigert te accepteren, beschikt de verhuurder over een termijn van een jaar om een gerechtelijke procedure te starten. Na deze termijn is de zaak verjaard.

Berekening van de indexering

De indexering gebeurt altijd op basis van de schommelingen van de index van de consumptieprijzen. Om de geïndexeerde huurprijs te kennen, kunt u de volgende formule toepassen:
basishuurprijs x nieuwe index / de aanvangsindex

De basishuurprijs is de huurprijs die u bij het sluiten van het huurcontract met de verhuurder overeengekomen bent zonder rekening te houden met de kosten en lasten. De nieuwe index is de gezondheidsindex van de maand die aan de verjaardag van het huurcontract voorafgaat. De aanvangsindex is de gezondheidsindex van de maand die voorafgaat aan de maand waarin u het huurcontract sloot. De gezondheidsindex is de index van de consumptieprijzen zonder producten die schadelijk zijn voor de gezondheid, zoals tabak.

Herziening van de huurprijs

Een herziening is geen indexering. De verhuurder kan een herziening alleen aanvragen als de normale huurwaarde van het onroerend goed veranderd is. De verhuurder kan dit alleen tussen de 9e en de 6 maand van elke driejaarlijkse periode aanvragen. Een herziening kan in twee richtingen: prijsstijging of prijsdaling. Als verhuurder en huurder het niet eens worden, kunnen ze een beroep doen op een bemiddelaar of de zaak voor de vrederechter brengen tussen de 6 en de 3e maand voor het einde van de driejaarlijkse periode.

Meer weten over huren?

Bekijk onze nuttige links voor contactgegevens van instanties en het aanvragen van brochures.

Afspraak maken
Een afspraak voor een adviesgesprek is in een ogenblik gemaakt. Afspreken kan op een van onze kantoren in Lommel of Maaseik. Voor de regio Antwerpen komen onze adviseurs aan huis. Afspraken zijn ook mogelijk ’s avonds en op zaterdag.

Een adviesgesprek aanvragen